Nederlands Koreaans
links Oen (wen)
rechts Oreun (oROEN)
Voorwaarts Ap
achterwaarts Dwit (dwiet)
zijwaarts Yeop (jop)
neerwaarts Naeryo (NERjoo)
opwaarts Ollyeo (OLjo)
binnenwaarts (t.o.v. jezelf) An
buitenwaarts (t.o.v. jezelf) Bakat (BAkat)
verticaal Seweo (seeWo)
horizontaal (handpalm naar beneden) Eopeun (oPOEN)
omgekeerd (handpalm naar boven) Jeochyo (dzjoTSJOO)
tegengesteld gericht (t.o.v.het achterste been) Bandae (banda)
gelijkgericht (t.o.v. het achterste been) Baro (baaROO)
drukkend, duwend Nooleo (noeLo)
cirkelend, draaiend Dollyo (DOljo)
met draaiing via de rug om de lichaamsas Momdollyeo
 Vliegend, gesprongen Twieo (twieO)