Mom lichaam
Eolgool (olKOEL) gedeelte van het lichaam boven de sleutel- beenderen (hals, nek, hoofd).
Momtong (momTONG) gedeelte van het lichaam vanaf de sleutel-beenderen tot aan de navel
Mori (MOOrie) hoofd
Teok (tok) kaak, kin
Mok hals, nek
Deung (doeng) rug
Myeonge (MJONGkee) borst / solaris plexus
Pal arm
Palkoop (palKOEP) elleboog
Palmok (palMOK) onderarm
An Palmok binnenkant onderarm (duimzijde)
Bakat Palmok buitenkant onderarm (pinkzijde)
Sonmok (sonMOK) pols
Joomeok (dzjoeMOK) vuist
Ap-Joomeok voorkant van de vuist
Me-Joomeok hamervuist’, de zijkant van de vuist (pinkzijde)
Deung-Joomeok(doengdzjoeMOK) bovenkant van de vuist (rugzijde)
Pyon-Joomeok (pjon) vlakke vuist (slechts 2 van de 3 vingerkootjes zijn opgerold)
Bam-Joomeok knokkelvuist, dit is een normale vuist waarbij de middel- of wijsvinger iets naar voren wordt geschoven
Son (son) hand
Pyon-Son (PJON-SON) open hand
Sonnal (SONnal) meshand (pinkzijde)
Sonnal-Deung binnen-meshand (duimzijde)
Sondeung (sonDOENG) handrug
Ageum-Son(aaKOEM-SON) tijgerbek of booghand (poomse Koryo)
Kaljaebi (kal-dzjP-BIE) tijgerbek of booghand
Sonkeut (sonKOET) vingers
Pyonsonkeut (PJON-son-koet) speerhand (steek met de vingers)
Gawisonkeut (KA-wie-son-koet) speerhand gevormd door alleen wijs-en middelvinger (Gawi = schaar)
Batangson (batangSON) achterhandpalm
Darie (DAArie) been
Mooreup (mooROEP) knie
Bal voet
Balmok enkel
Balnal (BALnal) mesvoet (kleine teenzijde)
Balnal-deung (balnalDOENG) mesvoet (grote teenzijde)
Baldeung (balDOENG) wreef
Apchook (apTSJOEK) bal van de voet
Dwichook (dwieTSJOEK) onderkant van de hiel
Dwikumchi (dwieKOEMtsjie) achterzijde van de hiel (achillespees)
Balkeut (balKOET) tenen
Balbadak (balBAdak) voetzool
Koobi (KOEbie) gewricht